vrijdag 31 juli 2020

Wat ik doe

Wat ik doe

Ik weet niet
wat ik doe
of ik het goed doe
        het goed doe

Ik kom nergens meer
Zij lijkt het te verwachten
te eisen zelfs
haar onderdanigheid
Het is hoe ze is afgericht
in haar jeugd
Ik wil het niet
Ik weet niet
wat ik doe
of ik het goed doe
        het goed doe

Ik kom nergens meer
Een compromis
ver van de warmte
van vrouwen, deze
these antithese synthese
Alle zelfgezette vallen
gaan af     Een lijmtak
waardoor je niet meer herkent
wat je vasthoudt
Een land van herkomst
dat je achtervolgt
Ik weet niet
wat ik doe
of ik het goed doe
        het goed doe

Ik weet niet
wat vals of waar is
twijfel of status
voor niets en gratis
of dat een bezwaar is
charlatan en goeroe
religie en voodoo
slaaf en Zoeloe
huidskleur en bloedgroep
de waarheid een koevoet
Tutsi en Hutu
wassing en woedoe
in water, de oersoep
waar ik mijn doel zoek
en of ik het goed doe
        het goed doe

Ik kom nergens meer
en droom van een huis
een te groot huis dat opent
en opent
deur na deur
gang na gang
kamer na kamer
en het openen zal niet stoppen
        dom man, dom man
Ik weet niet
wat ik doe
of ik het goed doe
        het goed doe

Ik kom nergens meer
en word geduld
met leegte gevuld
en suf geluld
        dom man, dom man


Ik weet niet
wat ik doe
of ik het goed doe
        het goed doe




Ik kom nergens meer

woensdag 22 juli 2020

Waterpeil

Waterpeil


Het waterpeil is gedaald.

Had ik maar


meer aandacht besteed aan de droogte,

beter gelet op de kerende seizoenen,

de tuimelende sterren,

was ik maar


in de regenwolken

hoog in de bergen gebleven

tussen mensen die me kennen,

had ik maar


de navelstreng doorgebeten

van een traag bestaan

met overbodige bagage,

had ik maar


meer gesmeekt en gevloekt

om alle keren te vergeten

dat zij naar me toe kwam

en me afwees,

niet wilde.


Het waterpeil is gedaald.

Hoe snel stroomt het,

met kolkend sediment en slib

van tenen tot knieën.


Die slepende stengels

en snijdende bladeren

van het oeverriet,


hoe aandoenlijk breken ze af

in de stroom

een voor een.

donderdag 16 juli 2020

Laudate publicum

Laudate publicum

De testpiloot, ik dus,
springt en duikt
een gat in het bergmeer
in de vorm van een engel.

U hebt me gekust zonder liefde.

Judas, dat je puur
voor het gemak koos!
Een minpunt.
Je bent niet echt dakloos
maar verslaafd
aan de open sterrenhemel
en alle mogelijkheden
zodra je de ogen sluit.

U hebt me gekust zonder liefde,
net voordat mijn pad
die bocht nam en me achterliet,
net voordat de deur dichtsloeg
in een windvlaag,
een hinderlaag, thuis.

Thuis.
Thuis?
Thuis is waar ik nooit was
en waarheen ik
altijd onderweg bleef.

U denkt dat u me kent,
of misschien herkent?
U hebt me gekust zonder liefde,
en dat meer kent bodem
noch applaus.

zondag 5 juli 2020

Welk raam van het Amphia ziekenhuis

Welk raam van het Amphia ziekenhuis

Na het bezoek te voet
retour parkeergarage.
De afstandsbediening
vindt de auto terug
op de eerste verhoging
dicht bij de poort.

De verdieping zit in het omzien
naar die verlichte ramen
achter ons, en was het nou
op de eerste of de tweede of.
Een loslaten, afscheid nemen.
Hij was nodig, deed ertoe.

Na de welkome beloning
van AOW en pensioen
weer zo vol plannen,
meer dan toen hij werkte,
de caravan, die camping
bij dat Bretonse strand.

En dan die ontkroning,
vrijdag dertien maart.
De afdeling achter me
dempt de verlichting,
verduistert raam na raam
hand over hand.

Afstanden verdiepen zich
als ik WhatsApp open
en de familiegroep inlicht.
Volgens Google Maps nog
35 - 45 minuten via de A58
naar Eindhoven-Noord

tussen onwetende akkers
en weilanden, langs steden
en dorpen die hem niet kenden,
en volgens mij nooit meer terug
naar hoe het was. Hoe hij was,
wie hij was. En nooit meer houdoe.