vrijdag 9 juli 2021

Het wiel

Het wiel


Zij beschuldigde ouders

van haar bestaan,

de wereld van gevangenschap

en bleef tollen in die waan.


Naast soortgenoten vernageld

op verpulverd parfum

achter de blinde schuifpuien

van haar terrarium,

in bloedeigen narcotica,

en zij klaagde

over het verouderen,

de droogte

en het vernederen.


'Uit welke zomer

kwam zij en liet mijn

verkoolde hersens opgloeien

in haar adem?'


Na haar dood

viel regen

op de leegte

die achterbleef.

De crisisopvang

na haar gedwongen opname

hersloot de gelederen.


'Zij bracht mijn razend hart

tot rust, aan haar bron

leste ik mijn dorst.

Waar ben je nu?'


Zijn onbegrip overweegt.

Helft, wederhelft,

hij valt, rolt verder,

verzamelt kras na kras

en vindt het wiel uit,

opnieuw

en opnieuw.