woensdag 27 april 2016

De koning wandelt

De koning wandelt


Ik voel me omgewoeld.
Hier loop ik, naakt,
het landschap gekleed
in ervaringen,
domeinloos en toegankelijk.

Ik voel me onomwonden.
De altijd plichtsgetrouwe
en punctuele dood
kapt bomen en ontbost.
Weer een vriend ontviel,
ingehaald en verrast.
Een drogende kruin
schudt nee, knikt ja.

Als ik vallende thuiskom
omarmt het kille bed me
als een zerk:
ik lik bloed weg en de dag
ligt stuiptrekkend achter me.
Ik doof in de nacht
als vuurwerk.

Ik voel me ongebonden.
Onderdanen
kijken door me heen
en op mijn vragende blik,
voorspelbaar zinloos,
schudden zij nee, knikken zij ja.

Als ik komende thuisval
als nieuwe kennismaking
met een veranderde herinnering,
hervind ik me in een onbekend heden,
zoveel tijd verloren wetend.

Als ik thuiskomende val,
verdrink ik in mijn slaap
en het laatste wat ik zie
zijn jouw sluitende ogen.
Ik rust niet in vrede
en je hoofd
schudt nee, knikt ja.

dinsdag 19 april 2016

De dode hoek

De dode hoek


De nieuwe bal
weerkaatst
tegen de voorruit
en rolt onder de stadsbus,
lijn 3 richting station NS,

en alle engelen
kijken op van hun werk
als het geluid hen
raakt.

Chroom en glas
weerspiegelen
de bovenwereld,
volgen kinderogen,
twee handjes
die buiten zicht
van de chauffeur
het voertuig
opzij willen schuiven,
willen stoppen.
Alle mensen
drukdrukdruk bezet,

en alle engelen
houden de adem in.

Bij het optrekken
voelt de chauffeur
geen hobbel.
Een vrouw gilt,
de bus pufpufpuft,
sist en stopt,
doofstomme,
logge metalen draak
uit het verborgen
smidsvuur
van de onderwereld.
Het kind
rolt zijwaarts in de goot,
springt op                       slaat neer
en pakt de bal.             en de bal stopt.
Het lacht,                          Een gil,

          en alle engelen
               zingen.

vrijdag 15 april 2016

Bijt de tandarts

Bijt de tandarts


Bij elke handeling, schraping, reiniging,
valt mijn blik adembenemend,
langs een losse knoop,
in de vallei tussen haar hellingen.

Tanden op elkaar. Ruggelings plat in de
afgevlakte behandelstoel,
met opgerekte lippen onder de ledlamp.
Valt nog niet mee, nu niet uit te komen
voor niet-dentale opwellingen.

Losse vulling, orale foto,
extractie met anesthesie,
drievlaksrestauratie met composiet,
prothese met element, polijsten:
ja, ja, doe maar, ik vind alles oké,
voeg maar bij de bestellingen.

Na drie kwartier behandeling,
geseling, afsluitende bloedspoeling,
een mond vol tanden en een vervolgafspraak,
weet ik te ontkomen zonder beknellingen
en ontvellingen.
Zij schudt mijn hand,
mijn hand schudt haar kwellingen.

woensdag 6 april 2016

Vaderland

Vaderland


Het duurde, het schuurde,
het duwde over de rand,
het vernieuwde, vernielde,
en drong naar buiten
als een bloem uit een knol.

De wereld leek leeg
en bleek open.
De horizon week.

Geen spoor van beitels
of spades
hier in Hades
tussen de oligarchen.
Ik lees het dagblad,
hier mag dat
nog.
Het vaderland
op de voorpagina.

Vader had geen land,
ik heb het evenmin.
Denkt u nu echt
dat ik zou willen sterven
voor wat ik niet heb?

Ik kan de bril nog vinden
zonder bril,
en keer mezelf
van uw vaderland
naar mijn zon.