Terug in Moergestel
In een droom kon ik ontwaken
aan de hand van mijn vader
en ons pad liep langs de Reusel
over oude dijken, welig struweel
stroomopwaarts om samen te vissen
onder ogen van watersnip en reiger.
Alles stroomde als water over
weilanden groen van de regen.
Uit de herdgang van de gemeente
en zandwallen moerwaarts
langs de Heilige Boom naar Allemansven,
ik met hengels en vader met zijn verleden,
ik de volgende zoon, vader de zwijger.
Alles en ik werden anders, vader
ging mij voor en zelf werd ik vader.
De Gebroeders Van Bommel bleven,
schoenmakers tussen Gesselse mensen.
De economie werd de wet, bracht forensen
en als beken stroomde het leven verder.
Het dorp kent historie en toekomst
de beurs alleen daler en stijger.
Precies centraal in de Benelux,
open en besloten tussen A58
en Oisterwijkse bossen en vennen,
ontwaak ik in tranen en zoek mijn weg.
In nieuwbouw, wegennet, verzakkende riolen,
beton en cement, troffel en truweel
staat de toekomst in de steiger.
Wie-Kent-Kunst en Landjuweel,
Gèèselse Ermelindis de reuzin,
in processie met gebedenboek en lelies
in brons of in katoen, zijde en fluweel:
alles weerspiegelt het eigene van Moergestel,
waar ik met de Pierewaaiers op café
en het vloeibaar goud van de brouwerij
het veranderen van de wereld niet langer weiger.