Poëzievlokken
In de stiltecoupéop weg naar de randstad
viel mijn oog
op witte papiersnippers
op de zitbank, op de vloer,
en ze kwamen van mij.
Een spoor, terug
tot op de wasmachinezolder
via de overloop
en de strijkkamer
naar de voordeur.
Een achtergelaten gedicht
in de borstzak
van een zomershirt
en meegewassen
op katoen, 30 graden,
geen wasverzachter.
Vanaf die waarneming
ging het gedicht
over vallende sneeuwvlokken
en was het niet te ontkennen.