Het innerlijk licht
Na de hongerdood
en regen van vroeg tot laat,
na de kerkklokkenrust,
na de trekdieren, dampend in
het licht van een opgaande
reclame
en enige straatlantaarns,
na de razende woede van een autorit
in de nacht,
en het beleefd consumeren
van een gebraden haantje
in een in- en uit- wegcafé
past de huissleutel feilloos,
wacht het huis peilloos
diep en
donker.