Een afslag
Er was een ochtend voor nodig,
een slordig ontwaken
en een hernieuwd afscheid
voor deze vlucht. Ik kwam bijeen.
Bossen drongen aan,
tegenliggers naderden,
een kudde wolken zocht elkaar op,
het zonlicht brak.
In de glazen pui
en verstrooide as hervond ik
een aangelengde herinnering
aan wat had kunnen zijn. Ik kwam weg.
Bomen streelden elkaar
en verstrengelden wortels.
Tussen de stammen werd het niets
weer nu en dan meetbaar.
Een afslag bracht opluchting,
ik zag weer een zon
en wat op een uitweg leek,
even maar, lang genoeg. Ik sloeg af.