Proefschriften
Verdronken ben ik
in mijn slaaf.
Ze wekt me ‘s ochtends
met verplichte dagen
als gapend open ramen
en prompt vergeet ik dromen
die daglicht zochten.
Training, discipline, agenda,
conditie op maat en schema
en alles verdomd op tijd.
Weer nieuwe woorden,
noteer.
Een mond om me heen,
mijn directe chef
en zijn gevolgen opgesomd,
met ook de overige verhoudingen
relatief van geen belang,
stellen we vast.
Leg vast.
In een bibliotheek
is het beter schuilen
dan in een begraafplaats,
bepaal ik.
Dat is wat ervan komt.
Ik word mijn slaaf,
afgestompt,
breng verslagen uit
en dicteer veranderingen.
Ik blijf jaarlijks promoveren
tot het geen nut meer heeft.
Sluit af.