vrijdag 22 maart 2024

Aan flarden

Aan flarden

“Ik zal je een kalmerend middel geven.
Daar woont geen levende ziel meer, vriend.”
Met etenstijd was ik nog steeds in
de ban van die berichtgeving, en
opgewonden.

Er kwamen meldingen binnen,
en op dat moment, toen er vrede was,
was niets volkomen uitgeroeid
in mijn beleving. De beschietingen
hielden aan. Alles kon nog.

“Je kunt dit nu wel allemaal zeggen,
maar ik weet wie de schuldige is!
De mensen zeggen wel eens:
woorden zeggen zo weinig,
maar let op,
als het zoiets is kan het ons niet schelen!”

Wij moesten toen vroeg opstaan.
De eetzaal had veel weg
van een gekkenhuis.
Wij ervoeren een lichte beving
en verwaaide motregen viel.
Het einde begon toch.

zondag 10 maart 2024

Morgen vleugels

Morgen vleugels

Er is geen horizon. Wel een vluchtige
mogelijkheid, stilzwijgend, gewetenloos,
zonder belangstelling voor wie
je denkt te zijn. Meer niet, soldaat.
Betaal de overtocht en laat je bedriegen.

Je wapens nutteloos zodra je nadenkt.
Vreemd hoe je in dit bestemmingsland
zovelen denkt te herkennen,
alsof herinneringen je volgen
en tot die gezichten incarneren.

Geen herhaalde ontsnapping, eerder een
voortgezette reis, op verre muziek
die je hoort, een vluchtige windvlaag
onder je veren.

Als je morgen zou ontwaken
met vleugels, zou je dan weten
hoe te vliegen?

maandag 4 maart 2024

Tegen het einde

Tegen het einde

"De volgende tegenligger
zal het einde brengen,
dan zijn onze zorgen
voorbij,
helemaal voorbij."

Ik keek even naar hem
en meteen weer voor me,
naar de weg
en de ruitenwissers.
Vader keek niet naar mij.

Een Volkswagen,
een Opel, een Citroënbus,
een Chevrolet, meende ik.
Het einde
bleef komen en komen.

En nu, hoor mij,
voor hem en voor mij
is het voorbij.