zondag 25 september 2016

De lijn van haar hals, haar ogen

De lijn van haar hals, haar ogen


als verlaten porseleinen vuurtorens,
waar de branding breekt
op de rotsen van haar huid.

Ik vecht, een kaars in de storm,
tussen klippen van woorden door,
en de nacht is koud.
Ze heeft beloftes van warmte in haar,
doorlopend.

De kust van haar mond, haar tanden,
de zoete pijn van haar tong,
dans van haar handen,
uitnodiging van haar benen,
gespreid als een haven.
De formaliteiten van haar avond
en de dronkenschap van haar nacht,

de onbetaalbare stilte van haar ochtend.
Ik blijf gesloten
tot zij me opent.

zaterdag 24 september 2016

Jouw stad

Jouw stad


Jouw stad
draagt eigengemaakte kleren
omdat niemand wordt vertrouwd
en iedereen bang is
niet herkend te blijven.

Jouw stad
slibde vol herinneringen,
en wacht op bevrijding
uit klemmende wetten
die stenen doorweekten
tot onbewogen standbeelden.

In jouw stad
struikel ik over straten
langs achterdochtige muren
en tochtige kroegen
op weg naar waar
ik een thuis vermoed,
maar niets wat ik doe
laat me minder dwalen.

Jouw stad
is de mijne niet meer,
sinds je mij verliet.

zaterdag 10 september 2016

Gebakken

Gebakken


Moet je horen,
halfje grof volkoren,
luister eens, appelflap
stil, zonnepit -
we zitten gebakken.

Om half acht precies
gaat de winkel open
en dan reizen wij
de wereld in!

- Je hard pistoletje.

dinsdag 6 september 2016

Dag in dag uit

Dag in dag uit


Adem in.

De onverbeterlijke dichter
herkent vergetelheid,
laat zijn sporen na
op het altijd te ruime papier
in toekomstig verleden tijd.

"Ik denk, dus ik vergeet",
schrijft hij,
bij gebrek aan zekerheid.

"Dit doet de dag met me:
gevoed door wat me doodt,
groeiend tot wat ik niet herken,
leegstromend in een zee,
en altijd strijdend,
ontevreden uit onbegrip."

Hij leest in de ochtend
ongeremd de restanten,
de ledigheid.

"Ik wou dat ik dit geschreven had,
maar het schreef mij."

Adem uit.

Uit: 'Voortvluchtige Poëzie', Heimdall 2105

vrijdag 2 september 2016

De Heilige Eik

De Heilige Eik

Aan de A58 richting Eindhoven,
12 kilometer vanaf Tilburg,
en 4 voor afslag Oirschot,
rechts, half zichtbaar uit het raam
ligt bij Spoordonk, waarlangs in
nauwelijks onthulde taferelen,

de man die je eens je naam gaf
terug reisde naar zijn vrouw,
een eeuwenoud bedevaartsoord.
Een snelle blik naar buiten toont
dat café De Vier Winden
waar hij wat uren rustte
nu grijs en verlaten is, het dak verzakt,
de muren gescheurd, de tuin verwilderd.

Je vraagt je even af wie er nu woont
en hoe iemand daar ooit
zelfs maar een baksteen
zou kunnen verkopen
aan passerende toeristen
tussen manshoge maïs,
en hoe je dat kunt delen.

Niets is zo belangrijk voor je,
nog niet half, als dat je vader
zomer 1945 sliep in die kapel
bij de Heilige Eik aan de Beerze.
Die wijs je altijd aan,
aan eender wie er naast je zit,
en voor wie je het beeld schildert.

En wat al je passagiers
door de jaren heen
met elkaar gemeen hebben is
dat hoe vaak je ook wijst
het hun nauwelijks iets kan schelen.