Het antwoord
De bril in de glasbak,
de fiets bij het oud ijzer,
aftershave is chemisch afval,
schoenen naar de inzameling,
per paar geveterd,
alle textiel, elk restant.
Steeds weer
is zij spontaan eenzaam.
Een uitgesteld afscheid,
als ze even niet oplet,
en binnen en buiten
het onkruid laat ontluiken.
Zij sluit rondom luiken
en vitrage. Zij sluit haar ogen,
besluit niet te luisteren,
koestert die weigering.
Zij kan hem ruiken
bij elke inademing.
Zijn ogen hervinden haar,
onder de lakens
waar zij die handen voelt,
de streling, toe-eigening.
De muren fluisteren
de vraag
die zij blijft ontduiken.
Uit: De nacht van de Muzen (Spleen, Amsterdam 2017)