Huisarrest
Aan de oeversneigen en kantelen bomen
naar de waterspiegel,
vereenzelvigen zich
met hun evenbeeld
en houden mij onder schot
met hun noodlot.
Ik ontken het bestaan
van de enkelband.
Ik wil ze niet zien,
die dieven in de spiegel
die alles in mij stelen
wat los en vast zit.
Hou vast, de eenvoud.
Rijst, vis, wat groente,
en vooral lege witte muren
zonder verlossing.
De rivier blijft,
het water stroomt,
hier waar ik rust in onrust
tot alles is veranderd.