Talloos
Ik snap het,zij klom niet zo hoog,
zij daalde af
uit paleizen.
Ze staat op lucht.
Ze schouwt vensters
door een vitrage
van holle poppen,
die haar voeden
met waar zij
alleen van groeit
en niets van leert.
De thuisblijvers,
ongeletterden,
ongenummerden
bleven buiten
haar statistieken.
Getalloos.
Later, door eigen wetten
en maatregelen
de maat genomen,
geveld en door eigen
ravitaillerende gieren
cijfer voor cijfer verteerd,
niet meer dan een echo
van haar ego,
staat zij op lucht.
Ik snap het,
zij kan altijd terug
naar de paleizen.
In de begroting gaten
ongedekt door leugens.
Doe wat je niet kunt laten,
ik overleef je wel,
ik ben talloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten