Reisgenoten
Waakhondenrekken kettingen.
In haar boomgaard
probeert hij iets eetbaars
te stelen, wat dan ook.
Hij is ziek,
hijgen verraadt hem.
Zij wil dat hij
zijn laarzen buiten laat
en haar keuken vult.
Zijn reisgenoten
schuilen in de bosrand.
Hij lacht naar haar,
zij ziet het kind
en zijn honger,
terwijl hij appels
in de rugzak smokkelt
voor later.
Veel later,
ontkomen,
verdeelt hij de oogst
als kritiek en gehuil
rondom hem losbrandt.
Reis verder
zonder schaduw.
Waar je ook bent, ben je
ver van je bestemming.
Adem in,
hou die gedachte vast,
adem uit
en reis verder.
Veel verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten