Nooit
Nooit is het hooi zo mooi
rood geweest
als toen het brandde, maar
daarom is het verschil
onduidelijk, en uw zuidelijk
temperament ontbloot op
de vleesschaal met slablaadjes:
het is geen grap. Ik probeer
niets, geen kitsch of zo,
maar u kunt me niet
weerhouden te leven onder
uw vloermat, in uw straten,
uw stegen, steden.
Ik kijk monter naar u
door uw montuur heen. O ja!
De brommers zoemen in de
verte, maar ik weet hoe de
nacht is.
De zeeman: uw mening:
het bestaat niet,
nooit.
(zomer 1968)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten