Ik wil niet sterven
Ik wil de porseleinen sfeer
niet breken, maar zie de zon
over hoge gebouwen en diepe tuinen,
ze speelt haar regenboog
en ik wil niet sterven.
De duiven fladderen
van paal tot paal
en paarden galopperen
tot laat in de avond
maar het feest van de stilte
davert nog door
en ik wil niet sterven.
Muziek zingt
door de portalen
van de straten van de stad.
Ademloze carnavalsgangers
dweilen zingend (maar zachtjes,
heel zachtjes, stoor de nacht niet)
door breekbare straatverlichting
en ik wil niet sterven.
Op haar stoel bij het venster
bekijkt ze het landschap
dat aan de trein voorbij draait.
Kinderen hollen door het gangpad
en mensen kijken niet naar elkaar
en ik wil niet sterven.
De herinnering aan die tijd,
aan dat café in dat dorp,
aan de man met die accordeon,
zonlicht over kasseien verbrijzeld,
mensen vol om ons heen
en ik wil niet sterven.
Alles in me stierf jaren geleden
maar ik mis het pas nu,
nu de lente in de stad slaapt
en ik wil niet sterven.
Wat te zeggen,
wat te doen,
boven op het stadhuis ginds
loopt een schoonmaakster
tussen de beelden
door de zon.
Wat te vragen,
hoelang te wachten,
dagen en nachten
en ik wil niet sterven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten