Mana zong en ik zag haar niet
Mana zong
en ik zag haar niet.
Daken lagen tussen ons in
en meer dan dat.
Ondanks de leestekens
( ijsbloemen op de ruiten,
tintelende vingers,
zorgvuldig afgesloten deuren,
( eenzaamheid )
niet op te warmen dekens,
wind )
hamerde haar stem
op smeedijzer.
Ik durfde het raam niet te openen,
die warmte te verliezen,
die gloed.
Mana zong
en ik zag haar niet.
Ik onthield haar wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten