maandag 28 mei 2018

Nachtreis

Nachtreis


De storm joeg golven
voor zich uit,
vleide zich neer
tegen de avond
in een afgematte zee
en vlakte af.

De fles bleek leeg,
ook na
herhaaldelijk schudden.
Het glas behield
doorzichtigheid
en de geur van dagwijn.

Ik borg mijn zweep op,
landde in een onbekend bed
en liet het hotel
verder het werk doen
tot wellicht de volgende ochtend.

Honden hielden elkaar op afstand.
Muren bleven gesloten,
tuinen sliepen.
Het was zo stil
dat ik het niets kon horen.
De reis begon.

donderdag 24 mei 2018

Vooruitgang

Vooruitgang


Geen openbaring.
Gebroken beloftes genezen
zonder nalatenschap.
Je went eraan.

Er zitten woorden
in mijn hoofd
die ik nog niet
durf aan te raken.
De wond van de dood
heeft gebloed,
bloedt niet meer.
De korst jeukt.

Toen ik nog niet wist
dat ik gelukkig was
kwam ik door verlegenheid
nooit in gelegenheid
tot genegenheid.
Wat ik vroeger zocht
in een kroegentocht
haalde mij in.

Haar schip
wachtte in de baai
en zij pakte haar koffers.
Meeuwen overschreeuwden
wat ik ook riep.
De horizon sneed
haar uit mij weg.

Ongenadig.
Ik bekende nooit wroeging
over hoe het er aan toe ging
en bouwde uit het ongerijmde
deze woorden op een plaats
waar nog niets was.
Ik ga vooruit.

dinsdag 22 mei 2018

De muren in zijn hoofd


De muren in zijn hoofd


Hij volgt hem
haast ademloos
door de oude haven.
Zijn gids is jong
en snel.

Hij loopt
waar hij vermoedt
dat de gids liep.
Is dat de echo
van die stem,
een kind nog,
daar op dat plein,
in dat restaurant,
of kwam het geluid
uit de nacht binnen.

Een resonantie
in zonlicht.
Een herinnering
die bleef haken
in het vangnet
van zintuigen
en geest.

Stadslicht groeit
zienderogen
en verblindt alles.
Hij blijft dwalen
en verbindt alles,
stopt het zoeken
en vindt alles.

De lokdichter


De lokdichter


Het kind
loopt met gesloten ogen
naar school
en leert hoe het voelt,
blindheid.

Een kauw trippelt
de keuken binnen
en jat een kattenbrok,
proletarisch.

De politicus, voor wie regeren
negeren is,
keert de ogen inwaarts
tijdens het interview,
zweeft omhoog,
en weg.

De tulp laat alle bladeren
tegelijk vallen
op één na.
Dat valt wat later,
defaitistisch.

Terwijl de vlieg worstelt
in het web
onthoudt de spin
zich van commentaar.

Mijn gedachten
groeien vingers en ogen.
Ik schrijf.

maandag 21 mei 2018

De omlegging


De omlegging


Van waar het begint
opwaarts langs
tenen, hak, hiel,
enkel, kuit, scheen,
de glooiing
van knie naar dij,
tot waar ik aanneem
dat het eindigt,
waar ooit ik begon,

in omleiding
langs nauwe legging,
van de grond af
een streling, klautering,
mijn vingers volgen
kousen, elke welving,
zwelling, plooiing
tot meer verwachting
en ontzegging,

een golvende huid,
bekleding, bedekking
met valleien, heuvels
en het nooit vertrouwde,
onzekere pad opwaarts
naar voltooiing, loutering,
waar van alles de bron
huist, wacht, opent,
verwelkomt.

vrijdag 18 mei 2018

Met je stem


Met je stem


Je ex met krantenkoppen
in zijn woorden
zei me wat te doen
als je langs zou komen,
maar het is al laat
en ik wacht niet langer.
Je zweeg en bleef zwijgen.

Ik begin te vermoeden
dat ie dronken was.
Ik zag nooit eerder iemand
die zo veel leugens wist
en zulke camouflage droeg,
maar ik ben vreemd hier,
in deze thuisloze stad
kan het best normaal zijn.

Als je me zoekt,
ik slaap tegen de muur
van de veilinghallen
onder een groene slaapzak.
Als je me niet zoekt

ook, en je kunt me wekken
met je stem.

woensdag 16 mei 2018

Barensnood

Barensnood

Mijn tuin ontvangt.
Er groeit een appelaar
in mijn rechteroor
vanuit de pit in mijn keel,
gevoed uit het hart,
uit de moeder die zich eenmalig
voor mij opende en sloot.

Een worp woorden ontkiemt,
lotus in lotus,
alles van alles,
niets van niets,
midden in het midden,
kind in kind.

Ik loop op mijn handen
en roteer de globe.
Ook ik ben de vernietiger
die de wereld verdelgt
en niets anders wil dan
vernietiging en hergeboorte.

Al deze krijgers en vaders,
overdadig bewapend,
hier ten strijde verzameld,
zullen hun dood niet ontkomen,
gebukt in het juk van drie-eenheid
macht, liefde en kennis.

Een berg draait zich om
in mijn diepe slaap,
in de rups woelt een vlinder.
Mijn blik omspant de Melkweg,
en dan opent het ik in mij
het te grote licht met ogen dicht.

Niets zie ik
en niets ziet mij,
spiegels in spiegels, voorbij
hunkering en begeerte, uitdijend
en eindigend in singulariteiten.

Er groeit een volgende
uit het vorige in mij,
appel uit appel.
Niets beteken ik
voor dagschuwe kerngeleerden
en godvrezende volgelingen.
Hun schaduwen leiden af, hier
waar ik me vruchtdragend handhaaf
in aanhoudende barensnood.

Het hart van de heelal
huist in dit Boeddhabeeld,
overgroeid onder alomvattende
appelbloesem en mos.
Het gesternte wentelt zich
om mijn as. Ik ben weer thuis.
De teruggevonden bagage
woog niets bij aankomst.

maandag 14 mei 2018

De bushalte

De bushalte


We namen afscheid
in een spiegelhuis.
Alles was al gezegd
en bleef weerkaatsen.
Je naam bleef achter,
stof over waar ik leef.

De koers van de kudde
wordt niet in het midden
bepaald. Wolven houden
haar in beweging.

Niemand droeg schuld
en niemand had redenen,
maar soms
is louter afstand voldoende
om elkaar niet meer te kunnen
waarnemen.

Nu staan mijn woorden
bijeen als forensen
bij een bushalte.
Ze kijken me aan,
passagier die niet meeging.

Als ik dat wil
noem ik zelfs de wind
onbeweeglijk.

zaterdag 12 mei 2018

Alpha Centauri


Alpha Centauri


Snel kwaadaardig,
vaardig in het vervaardigen
van rookgordijnen,
handen voor ogen zien,
verdekt parkeren, maskeren.
De persconferentie sliep.
Hij moest zo nodig komisch zijn.
Ik wil het niet eens begrijpen
of vergeten.

U leerde dat het tijd kost
eer je Alpha Centauri naast de
maansikkel ziet,
maar let op bushaltes en
blinden met taststokken,
dan leer je wat wachten is.
Wachten kunnen we goed.
Kennis verdringt het weten.

Ze schrikken betrapt op
achter het reclamebord,
en strijken haren en kleren glad.
Hij moest zo nodig belangrijk zijn.
Als hij zich onverwacht omdraaide
streken ze gezichten glad.
Dat heeft alles met armoe te maken.
Ze koesteren wraak en wrokken,
verbeten.

dinsdag 8 mei 2018

Vlinderziel

Vlinderziel


Er huist in mij
een mateloos verzet.
Volslagen verrassingen
als dagelijks brood.
Toenemend eb en vloed.
Wat een woede, verzet.

Zij fladdert, de psyche,
niet de vlucht,
het is geen ontsnapping.

Nieuwe woorden, verzonnen
waar ik bijsta:
"Actrice l'actrice lacterend..."
Het lijkt een vlucht.
Waarom
beginnen al mijn ant-
woorden met ontkenningen?

Dat is niet zo.
Haar onvolgroeide bloem
boog door
onder het gewicht
van haar ziel,
knakte en brak
toen zij opvloog.

Te kort hier.
Op het huisaltaar
flakkert een vlam.
In mijn psyche
licht een herinnering op.

Er huist in mij
een tomeloos verzet.
herinneringen vlammen op en doven.
'Huist' is niet
het juiste woord.

zondag 6 mei 2018

Voorgoed genezen

Voorgoed genezen


Ik volg de Jakobsroute
naar de grot van Massabielle
bij Lourdes. Een budgetreis,
met 'Lonely Planet' gids
en 'Lourdes for Dummies'
in de reistas, plus 4 GB muziek.

Onderweg klauter ik langs
honderdduizenden voetstappen,
geknakte takken van struiken,
druppels bloed, karrensporen
en verloren kersenbloesem.
Gedaanten en gedachten
bespringen me als insecten,
vatbare prooi die ik ben,
narcistische freak.

Na veertig uur reizen
lost de gelouterde wil op,
stopt het denken en geloof ik,
kan ik desnoods vereren,
trance en extase ervaren
in zinderende rotswanden
en beweeglijke bomen.
Ik smacht naar bergwater,
lessende verlossing
uit zelfklevende mystiek.

Ik verwacht wonderen
van Bernadettes bron
waar ik wacht en wacht en wacht
in wierook- en kaarsengeur,
gebedsintenties en processies
langs bloemdevotie, ex-voto's,
krukken, stokken,
en gipsen wijgeschenken
van genezen lichaamsdelen.
Ik steek over in een openbare oven
van hete tegels op het plein,
messen van zonlicht
door het bladerdak
vlak voor de basiliek.

Fluorescerende Mariaflacons
en sprekende Jezuspoppen,
exclusief batterijen,
verende wandelstokken
3D medaillons en ringen,
bedrukte veldflessen
met 'I♥Maria' omringen
dicht opeengepakte kuddes
pelgrims en toeristen.
Veeltalig gezang
en alzijdige stank
in industriële hectiek.

Kreupelen, invaliden,
gehandicapten, onvolledigen,
ontspoorden, afgedwaalden,
hulpbehoeftigen, patiënten,
hopelozen en losers
zingen, bidden, hopen.
Overal kom ik mezelf tegen.
Wat was mijn klacht,
mijn kwaal ook weer,
waardoor was ik ziek?

Voorgoed genezen
van zelfmedelijden,
zonder externe farma
terug bij mijn dharma,
tel ik mijn karma
in de shoarma
bij een halve liter blikbier.
Ik bestel extra saus en patat
en ben niet meer uniek.

De cyclopen


De cyclopen


Cyclopen volgen me
vanuit de huiskamers
van hun slachtoffers.

Ik ren van dag tot dag
om de leegte te ontlopen.
Niemand ontvlucht sterren
en ik lees de toekomst.
De aarde draait, ik sta stil.
Geboorte blijft ongewild
en onherroepelijk.

Dat neemt niet weg
dat ik hun ogen voel
in de rug,
hun afstandbediening
in de vingers,
en zelfs woorden
schenken geen rust.

De cyclopen wisselen
kleuren als kameleons,
knipperen niet eens
en liegen verder.
Niemand ontduikt
de volgende maan.

Ik ben kwetsbaar
en zeker gebrekkig
maar ik ben leeg, leer snel
en vergeet nooit.

woensdag 2 mei 2018

Sfeervol

Sfeervol


Een bewolkte hemel.
Wat kunnen we hier aan doen?
De ontvolking wast
tot buiten alle grenzen van dit dorp.
Blijf bij dit thema.

De blijvers vergaderen hardnekkig.
Af en toe valt welsprekend zwijgen
als regen
tussen hun droge gesprekken.

's Nachts daalt de temperatuur
tot beneden de pijngrens.
Na elke bijeenkomst
alleen herkenning.

Alles blijft functioneren, een perfect decor.
Doelloosheid blijkt voortdurend sterker.
Angstig nauwgezet onderhouden grasperken,
schoongeschrobde trottoirs,
streeploos gezeemd glas
achter gesloten gordijnen
besluit een
sfeervol bewolkte hemel.