maandag 15 april 2024

De sering

De sering

Ik moet
het teken gemist hebben.
Misschien was ik plassen,
of werd gebeld aan de voordeur.
Toch is het niet gering.

Deze morgen
reed ik de groencontainer
naar de oever van de straat
en ik weet zeker
dat de seringbloemen
nog sloten.

Deze avond,
op een teken van binnenuit,
staan ze allemaal wolkenwit
open en bloot in bloei,
zolang het duurt.
Ze zullen niet tegelijkertijd
verdorren, verwelken, sterven,
dat weet ik.

Dat weet de struik niet,
die weet niets.
De bloemengeur bedwelmt,
vult de tuin waar ik wacht
op niets bijzonders.
De sering bloeit uit alle macht.

In mijn verbeelding
is elke sering uniek,
niet voor herhaling vatbaar.
Begin en einde zijn illusies
die ik mezelf voorspiegel,
en niemand kan beloven.

De merel van deze jaargang
improviseert solo’s
bovenin de sering.
De geur van gouden afrikaantjes
en purperen lavendel
verjaagt muggen.

Tot een regendruppel
van de bladeren
in de vijver druipt
is hij vervuld
van de waan en dronkenschap
van leven en dood.

Een bries steekt op
en wiegende twijgen
van de sering
wissen de hemel.

vrijdag 22 maart 2024

Aan flarden

Aan flarden

“Ik zal je een kalmerend middel geven.
Daar woont geen levende ziel meer, vriend.”
Met etenstijd was ik nog steeds in
de ban van die berichtgeving, en
opgewonden.

Er kwamen meldingen binnen,
en op dat moment, toen er vrede was,
was niets volkomen uitgeroeid
in mijn beleving. De beschietingen
hielden aan. Alles kon nog.

“Je kunt dit nu wel allemaal zeggen,
maar ik weet wie de schuldige is!
De mensen zeggen wel eens:
woorden zeggen zo weinig,
maar let op,
als het zoiets is kan het ons niet schelen!”

Wij moesten toen vroeg opstaan.
De eetzaal had veel weg
van een gekkenhuis.
Wij ervoeren een lichte beving
en verwaaide motregen viel.
Het einde begon toch.

zondag 10 maart 2024

Morgen vleugels

Morgen vleugels

Er is geen horizon. Wel een vluchtige
mogelijkheid, stilzwijgend, gewetenloos,
zonder belangstelling voor wie
je denkt te zijn. Meer niet, soldaat.
Betaal de overtocht en laat je bedriegen.

Je wapens nutteloos zodra je nadenkt.
Vreemd hoe je in dit bestemmingsland
zovelen denkt te herkennen,
alsof herinneringen je volgen
en tot die gezichten incarneren.

Geen herhaalde ontsnapping, eerder een
voortgezette reis, op verre muziek
die je hoort, een vluchtige windvlaag
onder je veren.

Als je morgen zou ontwaken
met vleugels, zou je dan weten
hoe te vliegen?

maandag 4 maart 2024

Tegen het einde

Tegen het einde

"De volgende tegenligger
zal het einde brengen,
dan zijn onze zorgen
voorbij,
helemaal voorbij."

Ik keek even naar hem
en meteen weer voor me,
naar de weg
en de ruitenwissers.
Vader keek niet naar mij.

Een Volkswagen,
een Opel, een Citroënbus,
een Chevrolet, meende ik.
Het einde
bleef komen en komen.

En nu, hoor mij,
voor hem en voor mij
is het voorbij.

woensdag 28 februari 2024

Met de Glock mee

Met de Glock mee

Dus je bezoekt
een besloten feest
en neemt een Glock mee.

Je neemt haat mee,
je neemt eerwraak mee
en het kan niet stoppen.

Na het ontwaken
zag je hetzelfde kille meer
als in je droom
en het was even diep,
een onuitwisbaar verhaal.

Dan stremt de stilte
als een wolk
waarin je bevriest
en je adem doseert
en dan,
met de klok mee,

neem je de dood mee,
neem je je einde mee
en ga je ervoor,
je gaat te ver
en neemt je
geladen
9 mm parabellum
Glock 17 Gen4
17 patronen
semiautomatische
Glock mee

en kunt niet terug.

maandag 26 februari 2024

De hamer

De hamer

De combinatie van reuma
en medicinale doordrukstrips
bleek niet te overwinnen,
een sluitpost in de kamer
waarin zij verdoofd op hulp wachtte.

'Ze moet het wél willen',
gilde de gezichtsloze
gezinszorg vanaf de zijlijn
van de zorgstichting
die door haar oudste dochter
was gestuurd.

Met een lepel als hamer
ging het wel.
Beetje slordig op tafel,
maar er was alle tijd
om het schoon te blazen.
Alle, alle tijd.

maandag 12 februari 2024

De brug terug

De brug terug

Deze brug
wil ik de naam geven
van de regenboog
van gistermiddag.
Je weet het vast nog,
je stond naast me,
nog eerder vergeet
de vlinder de rups.

Doe wat ik zeg,
niet wat ik doe:
een breinaald,
intraveneus, kom nou.
Het nodige,
meer niet,
het verbaast me
nog dagelijks,
maar dat vermindert.

Ik reis verder
en haast me.
Het was jouw keuze.
Ik maak mezelf niet wijs
dat ik een boom begrijp,
laat staan een mens,
of dat je me nooit
zal vergeten.
Dat zal je wel.

Er is geen brug terug.