woensdag 21 augustus 2019

Poëzievlokken

Poëzievlokken

In de stiltecoupé
op weg naar de randstad
viel mijn oog
op witte papiersnippers
op de zitbank, op de vloer,
en ze kwamen van mij.

Een spoor, terug
tot op de wasmachinezolder
via de overloop
en de strijkkamer
naar de voordeur.

Een achtergelaten gedicht
in de borstzak
van een zomershirt
en meegewassen
op katoen, 30 graden,
geen wasverzachter.

Vanaf die waarneming
ging het gedicht
over vallende sneeuwvlokken
en was het niet te ontkennen.

zaterdag 3 augustus 2019

Door de menigte

Door de menigte

Met de hand getekend,
met de voet getreden,
met de mond gekust:
een neutrale glimlach
als voortdurend
gezichtsbedekkend hoofddeksel.

Niet veel ouder dan gisteren,
maar verder weg:
in waarheid noch leugen,
en sneller dan beide.
Dit is een exacte agenda
in een leeg bestaan,
een eenrichtingsladder.

We lopen hoogzwanger
in wat een stad wordt genoemd
door de menigte,
een willekeurige verzameling
lotgenoten en vreemden,
in de angst elk moment
te zullen bevallen,
voortijdig,

en dit alles
is zo oud, bekend
en triest. Een onhandelbare sleur.
Dagelijks sterft een gehaast zoekende
deelverzameling
in levenloos glas en beton

zonder iets
of iemand
bereikt te hebben.