zaterdag 27 januari 2018

In de vitrine


In de vitrine


Strak verpakt,
kort samengevat,
een tuit toffees
in polkadot jurk
en stilettohoeven,
in het ijshart wacht
een dolk. Zij verrijkt hem.
Geen fee maar trofee
om te tooien.

Hij wint prijzen
en mediadekking,
zij doet er niet toe.

Botox siddert,
zwelt op, parfum verhult
een verdord lijf. Geringde
duif, ornamenteel franje,
exclusieve nestversiering
van een roofekster,
inclusief kinderen
in glazen kooien.

Hij heeft geld
en daarom vrienden,
zij doet er niet toe.

Maak met die kennis
geen stennis, negeer
het morrend voetvolk. Laat
niets je hart ontdooien.

Hij zal vaker thuiskomen,
herhaalt hij.
Het is niet
de hoogte die hij vreest,
noch het stijgen,
maar de diepte en de val.
Zij duikt weg
en ontwijkt hem.

woensdag 24 januari 2018

Hersenspel

Hersenspel


Wat je mij toont
zijn loopvleugels.
Daar heb je niets aan
als je moet vluchten.

De vlakte reikt
tot achter de horizon.
De gedeelde schutkleur
verhult de kudde,
en dan betekent afzondering
een zekere dood.

Je moet kunnen rennen
en opstijgen.
Alle andere bescherming
is hersenspel,
niet meer dan dat.

En dan
moet je weer landen.

dinsdag 23 januari 2018

Lieg tegen me


Lieg tegen me


Lieg tegen me
en ik kwispel en luister.
De dood schuilt
in de ordening
van de straatstenen,
lantaarnpalen,
voordeuren,
plattegronden.

Ik was hier eerder
en minstens zo alleen.
Ik zocht en vond niets,
zelfs het zoeken
bracht geen verdoving,
slaap, aflossing.

Vertel maar
wat je kwijt wilt.
Ik stapel het netjes op
zoals het binnenkomt.
Het gaat pas mis
als ik ga denken.
Mijn tong hangt droog
uit mijn bek.
Schenk nog eens in.

vrijdag 19 januari 2018

De verwarde man


De verwarde man


Nee, ik mis niets,
het journaal herhaalt.
Steen voor steen vallen muren weg
de helling af.
Ik sta alleen op de bergtop
die ik zelf optrok
uit tollende aarde.
Op het pad opwaarts
trof ik niet meer dan
het pad zelf.

Genade?
Nee, ik haal adem en wolken wijken
terwijl mijn ogen
wat komt ontsluiten.
Ik repeteer
leugen na leugen, meer niet,
woord voor woord.

De dagen tellen af
en alles wordt steeds meer minder.
Reisgenoten vallen
een voor een
weg.

Antwoorden
met ontelbare vragen.
Ik blijf onhoudbaar
voor wie me vindt.
Geen overgave:
ook mijn ik zal oplossen.

In de reportage
barst het slachtoffer
uit in tranen
nadat de nazorg
iedereen bedaarde.
Ik kan dit pad
verbreden en verbeteren,
maar het pad mij niet.
Na die eenwording
leven wij verder
alleen.

dinsdag 9 januari 2018

Ontspiegeling

Ontspiegeling


Eerst het geluid
van haar hakken,
haar lach volgde,
de welkome volheid,
overvloedig gulle gift van haar lijf.

Alles in haar
bestaat langer dan ik ben,
is generaties ouder dan ik.
Wat ze zag mengt zich
met wat ze ziet,
ik zie het in haar blik.

Ze kwam in drievoud
op me af, op hoge benen,
een waaier van haren,
weerspiegeld in zwart marmer
van een uitzendbureau
aan de overkant; in de ruiten
van passerende tramlijn 24;
in vlees en bloed.

Zij keek, zag,
oordeelde, negeerde.
Zij was het niet,
zij was de spiegeling
van een herinnering,
een afwezigheid in me.
Even viel alles samen,
kort als het leven zelf.

Zij slaat een hoek om.
Snel vul ik de leegte,
het dreigende vacuüm,
met nog meer niets
en trek ik verder.
Ik wenk de ober
en bestel nog eens en nog eens.

zaterdag 6 januari 2018

Brabants ontkennen


Brabants ontkennen


Een kansspel kwispelt
mijn toenaam,
vereert het toeval.
Kaarsvet verteerde
en stal zuurstof
vanaf mijn geboorte.
Doorschijnende woorden
spannen vitrage
tussen dichter en lezer.
Waaraan grenzen grenzen.
Waar begint de ander
en waarom zou ik,
vertrouw ik,
onthou ik.

Ik ben de leegte
tussen jullie in,
dringende, dwingende vlucht,
in heldere vergissingen
en vage beloften
waar jullie ontbreken,
wreken, breken.

Wanhopig sperma.
Als de bus mij brengt
van waar ik niet ben
naar waar ik niet moet zijn,
ligt dat aan mij.
Steden vatten ons samen
waar wij uit elkaar willen,
laten vogels stilstaan
aan een lege hemel.

Laffe hond,
weggedoken achter
een stomp schild
van cynisme.
Spreeuwen ontkennen
de zwerm,
dat heet zingeving.
Onteerd en genegeerd
leerde ik ontwijken en zwijgen
en schuilend in troostrijke
bossen en vennen
nooit wennen,
ontkennen.

woensdag 3 januari 2018

Op drijfveren


Op drijfveren


Ben ik in staat
wat er staat
werkelijk te lezen,
dit stuifmeel
op drift -

(Evenredig met
de afmetingen
van auto en huis
namen onderlinge
afstanden toe.
Alles werd
geagendeerd
tot onvermijdelijkheid.)

Voelen stenen
waarop ik sta
en vooruit ga
hoe ik denk,
herinneringen
opkweek, buk,
kniel, oogst,
opsta en doorga
en op traditie vertrouw
als een eend
op drijfveren -

(De dood viel
ongelukkig
op een koopzondag.
Zijn planning
negeerde tijdelijkheid.)

Of blijven stenen
een muur.

maandag 1 januari 2018

Een oude man


Een oude man


Ik kan nooit
een oude man zijn,
het middelpunt, mikpunt
van jongere vrouwen
om me heen
op elk verkeerd familiefeest,

lachend
in mijn doofheid
tegen elk gezicht
dat op me lijkt,
alleen in mezelf
me troostend in alcohol
bij gebrek aan een uitweg.

Ik kan nooit
vlak voor het einde
een oude man zijn,
nee, nu nog niet.