dinsdag 30 april 2019

HAMILTON BEACH blues

HAMILTON BEACH blues

Het is weer zo ver
en dat bevalt me:
ik zoek naar leven
tussen puinhopen.

Ik weet waar ze is nu.
Ze eet een salade
daar tegenover waar ze werkt
met haar collega’s.
Ik voel haar in me bewegen.

Ik zag haar lange tijd niet.
Haar opnieuw te ontmoeten
gisteravond, toevallig,
trekt schokgolven
door mijn poolijskap.

Ik eet een hamburger
in een warenhuis
en herlees en herlees de woorden
op de machine naast me:
HAMILTON BEACH SOFT ICE.
Iets smelt, dat is zeker,
en ik kan het niet stoppen.

Nee.
Ook ik weet niet
hoe te leven.
Maar ik doe het wel.

donderdag 25 april 2019

Bloedhaai

Bloedhaai

Een zwerm forensen
op weg
zwemt door de stationshal
op weg
naar waar ze eerder zwommen
op weg
en steeds weer terugkerend
op weg
onderweg
zelfwerend
in ontvolkte haast.

Ieder kijkt voor zich uit
en ontwijkt elkaars ogen.
De waarheid een oude zwerver
waar niemand op let
tegen de muur
achter een pilaar
alleen.

Ik struikel over zijn benen
en bloed besmeurt me.

"Haai", roept hij,
"Haai", tegen iedereen
en niemand.
Ik weiger
hem te herkennen en blijf
op weg.
"Haai!"

dinsdag 23 april 2019

Bestemming

Bestemming

Oude man,
ik beweeg nu buiten je dromen -
al gaf je me leven,
en voel ik je hand nog
aan mijn pen.
Dat moest ik erven,
wreed en vanzelfsprekend.

Jij aanbad,
ik nooit meer,
jij voorkwam erger,
gaf me opwenteling
en ging me voor -
ik bleef dalen en zwerven.

Soms in Eindhoven,
in wenkende winkelruiten
en winderige buitenwijken
ga je me voor,
rimpels in je glimlach
als in bladeren nerven.

Ik zie je nog,
maar ik negeer je,
ik heb haast en angst voor jou.
Ik durf nu te sterven,
voel nog een bestemming -

jij
ging me voor.

(voor Joop Oversteegen)

vrijdag 19 april 2019

Gezond leven

Gezond leven

Verbale vechtsport
hier in de nauwe ring
van deze bar
zonder winnaars.
Beiden verdedigen
verongelijkt
hun gelijk.

Ongerimpeld
versimpeld tot wat
vatbaar lijkt.
Een onbewolkte geest
in een drukbevolkt lijf,
hier waar ik blijf
tot ik weer ga
zonder weerga.

Beide strijders behept
met een concept,
het vooringenomen standpunt
angstig onwrikbaar,
en kon ik maar
ontsnappen. Of niet.

Ik kijk toe hoe
het complex
van ingedaalde reflexen
ontwijkt,
en beperk me tot
herbale kruidenthee
waardoor ik later
in ieder geval
gezond doodga.

woensdag 17 april 2019

Diepte-interview

Diepte-interview

De gezwollen man
implodeert zienderogen
aan de oppervlakte
van het journaal,
na de speldenprik
van de tandpasta
tussen de bloedlippen
van de journaliste.
Dichter bij de waarheid
zullen beiden niet reizen,
terwijl ik, toeschouwer,
te slapen zat.
(zelfs hun schaduwen apart)

Hoger dan dit
zal hij niet vallen
en zij duwt en wringt
tegen de waterspiegel
die hen scheidt.
Een eredienst, ritueel.
Hij blijft ademen.
Lager dan dit
kan hij niet reiken
en hij vraagt zich af
waar zij haar wapens had.
(soms ben ik zwart)

Het decor is virtueel,
en dieper dan dat
kan de kijker niets weten.
Dichtersbloed druipt
van het glazen tafelblad.
(eens stopt mijn hart)

Afgoderij

Afgoderij

Deuren blijken tegen ramen gespijkerd.
Voorbijgangers gaan voorbij.
Verveloosheid irriteert
en imiteert schutkleuren.

Dichters die nergens verstand
van hebben mijmeren over verleden
tijden van krotten, en men leest hen
uit snobistische zelfbevrediging.

Het is een belediging,
een vernedering, die vertedering.
Denk aan de niet-poëtische slachtoffers
van uw verdwaalde ethiek, niet aan
aan hun spiegelbeeld verslaafde
onbenullen in hun verdwaasde
afgoderij van het woord.

Ondertussen blijft restauratie achter
het verval aansloffen. Meubels verstoffen.
Voorbijgangers gaan voorbij,
zoals ik al zei. Ik sla spaties over.

dinsdag 16 april 2019

Rust

Rust

Hij kan niet verder,
hij rust rusteloos
in zijn bankstel
en vergeet alles
tot niets meer overblijft
dan herinneringen.

Hij kan niet terug ook

Soms komen vreemdelingen
in zijn nacht,
altijd verwacht
en steeds naderend.

Hij luistert met ogen toe
en wacht tot ze verdwijnen.
Hij kent allen bij naam,
maar zwijgt.
Dat helpt soms.

De vreemdelingen
verdwijnen niet,
hij moet ze ontvangen.

Daarom kan hij niet terug.

vrijdag 12 april 2019

Af en toe zingen we

Af en toe zingen we

Van alles wat we zien
is niets te vinden
naderhand in terugblik.
Het is vergaan.

In de verste verte
speelt muziek
en we dansen,
meer niet.

Af en toe zingen we,
als niemand ons kan horen.

donderdag 11 april 2019

Sandalen

Sandalen

Bladzijde voor bladzijde
opent de ochtend.
Ik stel het lezen uit.

Een leeuwerik vlucht mij voor
de wolken in.
Ik volg.

Mocht ik ooit weer verdwalen
in dat interne labyrint
hoop ik te kunnen terugkeren
naar deze ochtend,
deze zang,
die ook zonder mij
doorgaat en zal doorgaan.

Gras omsingelt, overgroeit,
klimop verhult
leugens en misvattingen.
Mocht ik die duivels ontmoeten
zou ik ze herkennen?

Ja, aan hun sandalen:
gekortwiekte pelgrims
op eeuwige terugreis.

donderdag 4 april 2019

Niet te hoeven willen

Niet te hoeven willen

Zing
op weg naar huis,
het lied wordt je thuis,
een moedwillige verwikkeling.

Blijf zingen, aanklamper.
Het juiste land,
het correcte woord is het waard.

Pieker niet over
hoe de flesopener werkt,
of hoe mensen werken.
Alles wat je belemmert
ontsprong uit een bron diep in je.

Vingers tasten
niet naar braille,
maar naar waar
ergens in de muur
een deur had moeten zijn,
desnoods een venster.

Verzamel regen,
zoek de zon
en voel je bekroond
met een regenboog.

Je moet dit niet willen,
niet hoeven willen.
Gewoon diep ademhalen,
en een nieuw lied begint.