woensdag 31 augustus 2016

Warm

Warm

Ik bemin je
in de ochtend
als een sneeuwvlok,
smelt
in je warmte.

Je slaapt nog
bijna overal,
maar dat is niet erg,
ik red me wel.

Ik rek de tijd
tot morgen, zelfde tijd.
Waar zal ik zijn,
zonder jou.

De huurbaas
onderhandelt nooit,
valt iedereen aan
die slimmer blijkt
dan hij lijkt.

Ik hoor hem
beneden aan de voordeur
waar hij doorzeurt
en doorzeurt.

Morgen
komt later.

dinsdag 30 augustus 2016

Hij is leuk

Hij is leuk


Zowaar nog zon vandaag,
schaduw op de witte beker
met zwarte koffie
en houten lepeltje.

Hoor ze, hoor hoe ze lachen
in die hoek daar.
Hij vertelt weer,
hij is leuk.

De zon spiegelt zich in de ruiten
achter de gordijnen
en in mijn aluminium lunchtrommel.

In een kring om hem heen:
ze lachen.
Hij vertelt weer,
hij is leuk.

(winter 1968)

woensdag 24 augustus 2016

Onder primaten

Onder primaten


"Bent u iemand,
& bent u al gezien?"
kakelt de hostess,
onbroedse kip.
Past haar boetekleed
in het modebeeld
van de giftige glossy?
Allemaal wanen.

Komt haar humeur
en pruillip
door het slechte weer,
of andersom,
wie zal het verzwijgen,
vertellen,
laat staan opschrijven?
Blinde ambitie
& afgunst heersen.

Tegen negenen
gaan ze zeveren over zemelen
& haver tot de brunch.
Niet laten staan die drank,
vier dat onbegrip.
Afkeur, voorkeur,
willekeur, likeur.

Waar de huidige elite
het bloedvergieten
tot casino verheft,
& stamleden
drinken tot ze zinken
zonder schip,
apentrots van goeden huize
in nauwe hechting,
fêteert & verteert
Advocatenduo 'Lef & Bluf'.

Rugdekking mankeert
er nog net aan,
omgangsvormen en
consumptiebonnen tellen.
Ik vorm mijn mening
& laat woorden weg.

dinsdag 16 augustus 2016

Trotse adelaar

Trotse adelaar


De trotse adelaar is reeds te lang, paard, neer-
getrapt geweest. Het beest vreest niet langer,
is niet langer banger dan een
mensenkind bij nacht.
De zwarte goudvogel grijnst schuchter
en veinst nuchterheid.

Moe van het nagekeken worden,
maar wat is nog puur,
Antonio.
Zacht,
zwart als het niets,

moeilijk volharden in onmogelijke houdingen.
Ik vrees dat dit het einde zijn moet.
Geef het beest gewoon genoeg te vreten,
of een pocketboek,
of pornoplaatjes, dan is ie wel stil.
Ja hoor hij heeft gelijk.
We hebben allemaal gelijk,
zijn allemaal goed,
met ieder zijn privé waarheidje.
Doe je ogen maar dicht
al zie je dan de zon nog steeds.

Zomer 1968