zondag 31 juli 2016

Verward sindsdien

Verward sindsdien


Ze zei geen woord (geen koud).
Noem haar lach, noem haar dag,
rustende wandelaar, loop leeg,
kaarslicht, haren twinkelen,
schaars licht van kandelaar,
noem haar lach.

Ik sprak over
tyrannosaurus rex, alauf!!
Noem haar lach, noem haar dag,
glazen op tafeltje, wijnkringen
in sterrenlicht, leegloop,
postmodernistische kiespijn
ongeveer, alauf, noem haar lach.

Ze zei geen woord (geen koud).
Hartstikke zachte communicatie,
verdomd stikstil koninkrijk,
logisch combinatiesysteem,
olalala majesteit, noem haar lach.

Ik zei geen woord, hoezee hoezo,
stilte muziek zachtjes, zingen,
noem haar Sahara Sara, desert queen flower,
want de leeuw op vrijersvoeten
kan de hele wereld aan, noem haar lach.

Antonius de proloog, Kareltje
de bushalte, de koning op de zuil,
niet meer denken,
niet meer te hoeven denken,
Wilhelmus van Nassaue
ben ik van Dietse bloed, noem haar lach,
blaaskaak krakeling, blaas de kaars uit,
zinken in... verdrinken in...

Sahara Sara alauf, de dingen,
bitte schön meine Damen und Herren,
modderschuit, los van regen.
Niets heeft meer waarde,
olalala markiezin,
melkboer, noem dat, noem haar dag.

Oliestook, geen woord (geen koud),
noem mij, noem haar...

Verward sindsdien:
ik kost niets meer.

Najaar 1967

vrijdag 22 juli 2016

Gevangen

Gevangen


Een gedicht is het web
in de ochtend
waar mijn hersenspin
een nacht over deed.

Woorden vechten zich vast
en wachten
op het trillen van de draden.

Er moet bloed vloeien.

dinsdag 19 juli 2016

Lengende dagen

Lengende dagen


Brede stranden,
geelverschroeide palmen,
groene rivier onder een brug,
graanvelden doordrenkt met regens.
Het zomers slapende huis.

Dagen waarvan ik hield
en die ik verloor, lengende
dagen die als kinderen
mijn armen ontgroeiden.
Dat was het,
er volgde geen herkansing.

In hun jeugd deed ik wat ik kon
om te behagen, te veranderen,
me aan te passen aan getijden.
Een lange, wederkerige les,
elke zomervakantie, de branding,
de eindeloosheid waarin
wij ons stortten.

De herinnering trok een spoor,
zonlicht kleurde brons de huid.
Een bronzen, zittend standbeeld
werd ik. Onderhanden pagina's
zag ik niet.

Verwacht deze winter
een nagloeiende zomer.
Weet dat alle sneeuw
me nauwelijks zal koelen,
nu dagen weer korten.

woensdag 13 juli 2016

Zomerscènes

Zomerscènes


1.

Gele ruitjesruiten, glas in lood, een zwaar
houten tafel met aangebouwde banken.
Hooi, zand en teer, leer, zaagsel, zonlicht
in streepdunne bundels. Onweer rond twee
uur ‘s middags die zomer, ozongeur, warm
parfum, de kleren over de banken
gesmeten, een aanhangwagen
die naar stro rook achter een tractor,
zoemende vliegen. Twee maal.

2.

Dennennaalden en gras bij een chlorig
openluchtbad. In omringende bossen vliegen,
met ijscogeur, ijl hete lucht, kinder-
stemmen gillend en lachend / huilend
onder een dak van bladeren. Haar
bikini en mijn zwembroek aan een
dennentak, prikkende grond, muggen, snel.

3.

Dichtslaande autoportieren, diesel.
Geen afscheid,
maar het vervagen uit elkaars
leven. Weggewuifd spinrag.
De warmte gloeit na.
De woorden veranderden,
de betekenis niet.

dinsdag 12 juli 2016

De volmaakte misdaad

De volmaakte misdaad


Vredesmissie, noem het zo.
Bepaalden zij die keuze? Tientallen balen
hulpgoederen en voorraden bewaakt achter
schuttingen. Bijlen in hoofden,
autowrakken en barakken daarbuiten,
waar alleen de hitte niet liegt.

"Wij verzorgen muggen-, slangen- en
analfabeten", grapte een radio diskjockey.
Verbleekte botten en dode neonreclames
overdag in leeggebombardeerde steden,

uitgestorven, er is niemand meer
of er is nog niemand. Het Patriot systeem
zoemt en zucht in de overbelaste airco.
Eeuwig zomer. Geiten vinden bermbommen.
Aan een kapstok in ijle zandstormen: sandalen.
Vredig, inderdaad.

De zon hoog, de schaduwen laag.
Ook zomer in de Randstad, achter dijken.
Ik zou mijn wapens hier zó ruilen
voor een waterijsje daar, thuis. De eenheid
Peshmerga giechelt in de douchetenten.
Ik update mijn profiel voor de
nabestaanden, mochten die me nog
willen.

De volmaakte misdaad:
alleen verliezers.

donderdag 7 juli 2016

Nooit

Nooit


Nooit is het hooi zo mooi
rood geweest
als toen het brandde, maar
daarom is het verschil
onduidelijk, en uw zuidelijk
temperament ontbloot op
de vleesschaal met slablaadjes:

het is geen grap. Ik probeer
niets, geen kitsch of zo,
maar u kunt me niet
weerhouden te leven onder
uw vloermat, in uw straten,
uw stegen, steden.

Ik kijk monter naar u
door uw montuur heen. O ja!
De brommers zoemen in de
verte, maar ik weet hoe de
nacht is.

De zeeman: uw mening:
het bestaat niet,
nooit.
(zomer 1968)