Op de teller
Mag ik toch hopen dat de tijd sneller gaat
Zuchtte de voortvluchtige desperado
Na wat er totaal al op de teller staat
Zoals de gelovige de hel verstaat
Een tollend vuur, een duurzame tornado
Mag ik toch hopen dat de tijd sneller gaat
Als de telefoon van een beller gaat
En doneert, zing ik do re mi sol la do
Na wat er totaal al op de teller staat
Het Higgs-partikel in de versneller staat
Vast als pit centraal in een avocado
Mag ik toch hopen dat de tijd sneller gaat
Voor goud arriveerde Cortez wel te laat
Desafinado op jacht naar Eldorado
Na wat er totaal al op de teller staat
Vindt de wanhopige doemvoorspeller baat
Bij ervaren raad van een pensionado
Mag ik toch hopen dat de tijd sneller gaat
Na wat er totaal al op de teller staat
woensdag 7 oktober 2020
Op de teller
vrijdag 18 september 2020
De zware jas
De zware jas
De tijd ontglipte mij en niets bleef vast staan
Achter een open deur vond ik geen doorbraak
Ik mat mij te vaak een te zware jas aan
Ik vulde mijn dagen met angst en argwaan
Verward in leugens van gevolg en oorzaak
De tijd ontglipte mij en niets bleef vast staan
Dwars en eigenzinnig bleef ik op pad gaan
En maakte ik van mijn ego een hoofdtaak
Ik mat mij te vaak een te zware jas aan
Wrikkend aan dat web kon elk gif me lamslaan
Kwam ik niet toe aan een grondige schoonmaak
De tijd ontglipte mij en niets bleef vast staan
Aan bevrijding moest reiniging voorafgaan
Zag ik in uit schaamte en niet uit grootspraak
Ik mat mij te vaak een te zware jas aan
Ik liet alles los en verliet die achtbaan
Verloor dat valse ego in een plofkraak
De tijd ontglipte mij en niets bleef vast staan
Ik mat mij te vaak een te zware jas aan
dinsdag 7 mei 2019
De wolf in wording
De wolf in wording
Om al wat ik ooit vond dat ik moest weten:Het ontglipte telkens aan mijn aandacht,
Want wat ik begreep kon ik niet vergeten.
Het grenzeloze bleek alleen te meten
Hoe ver het zoeken mij hier vandaan bracht.
Om al wat ik ooit vond dat ik moest weten:
Ik zocht en vond, leek wel bezeten,
Dwalende wolf in een kille maannacht.
Want wat ik begreep kon ik niet vergeten.
Zonlicht verried mij en na dagen nauwelijks eten
Huilde ik mee met de roedel in een aanklacht.
Om al wat ik ooit vond dat ik moest weten:
Hoe door bidden en smeken mijn woorden versleten,
Ik oude muren sloopte en nieuwe aanbracht.
Want wat ik begreep kon ik niet vergeten.
Door waarheid en verlichting wakker gebeten
Struikelde ik verder in wankele daadkracht
Om al wat ik ooit vond dat ik moest weten:
Want wat ik begreep kon ik niet vergeten.