De voorstelling van een aardbeving
Stel u voor, zonder vergeving,
één grote beleving: een aardbeving,
geplaatst tegen een decent recent decor
van kartonnen huizen met echte losse bomen,
alle wagens vierdeurs en actieve acteurs,
op tijd op, voor waarneming van de aardbeving.
Iedereen leep om zeep gebracht,
vrouwen verkracht, kinderen platgedrukt als vliegen,
niet echt hoor,
en gillende, rillende toeschouwers,
slopers en bouwers, kopers en houwers,
geslaagde slagers, en volop
houwitser geschut achter de coulissen,
spoorloos in stellige stellingen,
en journalisten koppensnellers.
Als achtergrond afgrondmuziek, een mars,
een vent dirigent in uniek tuniek,
ruikend naar Wein Weib’ Gesang
en bodembloed, met ferme jongens stoere
knapen mentaliteit,
in tempo en ritme van de aardbeving,
en ik, in het souffleurshokje met megafoon
boven de kakofonie uit,
heel het openluchttheater vol water,
één reusachtig zwembassin.
Alle toeschouwers verdrinken, zingen zinkend,
niet echt hoor,
en ik alleen in het hokje,
en alleen ik in het hokje,
en in het hokje alleen ik,
en ik alleen,
wachtend tot het water weer gezakt is tot
NAP, na de aardbeving.
En o ja: twaalf naakte maagden
als gewaagd gewraakt hoogtepunt,
niet echt hoor.
Gewaagde maagden voor zover nagaanbaar
en verstaanbaar. Dus.
Twaalf stuks. Precies een twaalfde gros.
Nog over van die aardbeving.
(Voorjaar 1969 / 8 april 2015)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten