Ooggetuigenverslag
00000
Met de klank van een samenzweerder,
een
slangenbezweerder in een film,
en
het vrijwel oneindige
vermogen
na de dood van zijn moeder,
00001
staarde hij gefascineerd naar het scherm,
negen
dagen lang.
“Ik
heb misbruik gemaakt
van
mijn positie bij de politie
en
de verklaring lag in het vertrouwen,
en
ligt in een la ergens.
00010 Wel is er de complicatie
van
tactiek en strategie,
maar
de grimmigheid,
en
vooral de schimmigheid
van
de civilisatie
is
radicaal anders, nietwaar?
00011
Mijn hoogbejaarde grootvader
op
de voorste helft van het schip,
voelend
naar aardappelen...
Ik
verzoek uiterste attentie,
al
is het lood om oud ijzer,
want
de laatste concrete
vergissing
van de vijfentwintig
is
onvergeeflijk.”
00100
De fruitplukkers in de gloeiend
hete
halogeenzon,
nog
geen uur later waren ze
geheel
ingesloten door de bewaking.
00101
Er waren ook andere vormen
van
begroeiing en besnoeiing,
maar
niemand kende die nog.
Het
was duidelijk.
Het
moment leek gekomen.
00110
De allesdoordringende ogen
van
de onschuldige schaapjes,
terwijl
haar vingers automatisch
de
vereiste bewegingen bleven
uitvoeren,
in
overweging nemend de honger...
00111
Maar hij had er nooit werkelijk
de
tijd voor genomen,
de
strijd opgenomen,
het
werd allemaal elektronisch
gereguleerd
en verteerd
en
verleerd!
01001
De snelheid van zijn reactie,
de
snelle greep naar de revolver,
en
de merkwaardig juiste intuïtie...
Hij
liet de pamfletten rondgaan,
liet
zijn mannen rondgaan,
en
terwijl ze elkaar de handen drukten
werd
al het personeel verwijderd,
en
de apparatuur werd
gevangen
gezet in de cellen
van
de stadsgevangenis.
01010
“We hebben het aangehoord.
Nietwaar,
vrienden
en
liefste,
en
elke poging van zijn kant
mij
van kant
te
maken zal faliekant
fout
lopen, begrepen Johnny?”
01011
“Ik kan u het schip niet
toevertrouwen,
mijn vriend”
Niet,
niet, niet,
nee,
maar de kraaien mogen wel,
is
het niet zo, Geronimo.
Ik
beschouwde u als
mijn
vijand.
Kan
ik u niet vertrouwen, dan?
Als
ik mijn vijanden
niet
eens vertrouwen kan,
waar
moet ik dan heen?”
01100
Een ineengedrukte positie
kwam
van pas.
Het
zelfmoordcommando
glimlachte
slechts
in
de halogeenzon.
De
acceleratie was onbeschrijflijk.
Het
kostte de grootste moeite
de
opwinding in bedwang
te
houden, op dat moment
van
heilige lawaaierigheid,
maar
alles is nog niet
verloren.
Het
koren is nog steeds groen.
01101
De mensen op de
sleutelposities
bij
de reutelpolitie
hervatten
hun normale werk,
en
de bedelaar
zoekt
zijn armoe bij elkaar,
maar
alles is nog niet verloren,
liefste.
01110
Zijn optreden en woorden
waren
automatische reacties.
De
dunne sneeuwlaag
op
zijn gezicht was een vergissing,
een
speling van het lot,
en
een toeval van de natuur.
Rubberschoenen,
schokvrije
horloges en zo
beschermden
de aanwezigen
tegen
ernstig letsel,
maar
wat waren ze van plan?
01111
De eenvoudigste hypothese
is
veelal de juiste,
en
slechts een seconde later
ging
er iets mis bij een overschakeling.
Tandwielen
ratelden
en
leidingen reutelden.
De
emotionele onevenwichtigheid,
toen
de bomen omvielen in de stroom,
verbijsterde
de toeschouwers
oorverdovend.
Het
was een kwestie van snel
handelen
voor de fruitplukkers.
Enkelen
leidden persoonlijk
de
expeditie.
De
meesten participeerden
en
deden mee.
10000
Maar toch was het allerminst een-
voudig:
de dansers op het
zilveren
strand sloegen hun
tamboerijnen
tegen de branding,
en
Marjolein lachte de hele
nacht
lang
10001
achter slot en grendel,
maar
over de drempel van de tempel,
Western
Avenue, de
omvergeworpen
metalen carrosserieën
van
vrachtwagens, bussen en auto’s...
Ben
niet bang, liefste.
Een
enkele wist,
een
enkele verpletterende voet...
waanzinnige
gedachten.
10010
Plotseling en spoorloos.
Hij
wist dat hij zou sterven.
“Vervloekt
zijn jullie allemaal!”
schreeuwde
hij nog enkele malen.
Uit
elkaar gescheurde boeken,
geplunderde
restaurants,
loeiende
koeien,
geweren,
misdadigers
in
uitstekende staat,
met
uitstekende staat
van
dienst.
10011
Impulsieve vriend, luister naar
het
zingen van de motoren
en
het zoemen van de leidingen,
vermoeide
accordeon.
Ze
had lef.
10100
“Je bent alleen maar een
gluiperige,
smerige aap
met
de smoel van een...”
10101
Ik voelde me belazerd toen ik op
het
kale kantoor aankwam.
Niemand
gaat er met mijn spullen
vandoor,
helemaal niemand,
voel
je, liefste?
De
sirenes sterven weg.
De
stilte valt onder de
gloeiend
hete halogeenzon
tussen
de houten bureaus,
maar
zorg maar dat je morgen
klaar
gekomen bent met de rotzooi.
10110
De minuten tikken voorbij
voor
de fruitplukkers.
Ik
ben blij dat je er bent, vriend,
op
je sleutelpositie,
met
de snauwende close-up
van
eenvoudigweg de
krankzinnigheid
van het systeem.
Niets
is te verklaren
op
deze simpele manier.
De
oude dame gaat zich
kennelijk
zorgen maken en dat
doet
me ontzagwekkend veel
plezier,
mensen,
onthou
dat.
10111
Die paar jaartjes extra.
De
loeiende claxons.
“Ik
heb nog nooit in zo’n ding
gereden”,
zei de agent.
“Het
is verregaand, nietwaar, vriend?
Maar
je wilt natuurlijk weten
wie
ik ben.
Welnu,
dat wil ik ook.
Een
populaire misvatting.”
11000
De verpletterende handdruk
van
een lang vergeten oude man,
hoe
heette hij ook alweer.
‘Het
is zo ontzettend serieus bedoeld’,
dacht
hij destijds.
Vreemde,
verschrikkelijke stormen
beukten
en kreukten het schip,
het
heilige schip.
Ze
zijn perfect gebouwd,
in
ieder geval.
Een
knappe schooljuf.
11001
Ik kon toch beter opschieten
en
schoot ook beter op.
Schoot
ook beter op blikjes.
Zoiets
kan gebeuren.
Marjolein
lachte opnieuw een hele nacht.
11010
Ze zullen het nooit weten,
de
broeders in het fort.
De
lange klim omhoog begon
reeds
lange tijd geleden.
Zijn
analyse was juist,
Mijn
Anna-Lieze was juist twintig.
Onze
analyse leek als een luchtkasteel
zo
sterk.
Boodschappenjongens
sterven,
maar
niet uit.
Misschien
willen ze niet.
11011
Zacht kreunen.
11100
De taal van het geld, liefste.
Een
blonde reus staat
op
de drempel van de tempel,
onnozele
hals.
Niemand
kon op die afstand missen,
behalve
hij.
Niemand,
helemaal niemand werd
gewond,
laat staan geraakt.
Wellicht
was het opzettelijk.
Grootse
plannen bestonden toen al.
11101
Lief publiek, lieve gaaien,
lieve
papa-gaaien, autoportiers,
garagedeuren,
zwoegende
motoren
la la la...
Een
hoge fontein van gekleurde lichten,
een
machtig stuk vuurwerk,
om
het uurwerk.
Sjofel
opdraaimodel.
11110
Abrupt einde. Verouderd.
Roodborstjes,
halogeenzonnen,
tuinplukkers,
zwoegende honden
en
bewegingloos geworden bomen
dansen.
De
poorten van groen ruiken naar vers
brood
op woensdagmorgen.
De
agent is een vetbuikige zeehond.
“Moge
de hemel het u vergeven”,
schreeuwde
deze luid luid luid!
Vochtige
ogen,
doorgelopen
schoenen,
lekkende
vulpennen,
allemaal
symptomen en symbolen.
Kent
u kunstjes?
11111
Abrupt einde.
winter
1969 – 1970