Dwaallust
1 - De nacht in
Een overvolle menigte.
Buiten,
zonder uitzondering,
sterft iedereen, lachend,
levend, ook kinderbloed
kleurt de straten.
Het bewijs: voetsporen
spoelen weg in regen.
Alle verkeer gaat gewoon door,
wat moet het anders,
en de stad verzint vluchtwegen,
alle richtingen de nacht in.
2 - Dwaallust
Nooit meer
mijn leven ongeleefd,
mijn geheugen ingebrand,
de waarheid niet ingedaald,
en over mijn ogen als deken
laaghangende wolken.
Ik zoek niet en vind een beek,
mijn dagen ongeteld,
en die ik verliet nog bij me.
Ga weg uit mijn hoofd,
verlaat mijn gedachten,
dwaallichten en waanbeelden.
Van wie zijn die ogen in de spiegel?
Het schemert
of sluiten mijn ogen,
verduistert mijn geest?
alles in me dient nu te zwijgen
en te luisteren naar die beek
in dwaallust,
dit ongewild, ontembaar,
naar de oceaan terugkerend water.
Wat is het dat mij leeft?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten