zondag 8 maart 2015

Waar je ook bent

Waar je ook bent


Je loopt door je huis,
zingt luid, danst soms mee
om het langst.
Je hakken kwellen.
Gekooid herbouw je de muren
elke avond opnieuw.
Ik haal adem in dit alles,
begrensd, beperkt, ommuurd.
Onbegrip groeit, wurgt,
klimop breekt stenen.

De tijd omknelt de pols.
De avond sleept zich
naar de oevers van de nacht.
Wie van ons is het bangst
en kijkt weg?
Ik kan je adem tellen
en vergeet niets,
behalve redeneringen.

Tussen de harten alleen huid,
jij daar in je vesting,
ik hier, buiten
en gebaren vervagen.
Verloren bekoring,
uit een opgejaagd geheugen
te schrale vangst.

Hier ben je rusteloos,
waar je ook bent in je huis.
Je ogen fladderen in hun cellen
tegen glazen tralies
en ik wacht in angst
op wat verdwijnen gaat.
maart 1976.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten