Het juiste woord
Onbegonnen:
de kat probeert
de geur van mijn hand
uit haar vacht te likken.
Dit went nooit;
de dageraad daargelaten,
waarom stond ik op?
Dacht ik aan de dag,
open, onbevangen,
of aan de kat
of zij aan mij?
Onbezonnen:
zoals een boom het grondwater
ken ik mijn angst;
geworteld in wantrouwen
sta ik hier bij die wieg
en vloeit taal opwaarts,
ontwakend in een ver oord,
nog onverwoord.
Onontgonnen:
Ik wil niet dat dit went.
Tot het woord mij wekt,
komt tot kritische massa
en door de bodem
van mijn hersens smelt
tot op mijn tong:
ingedaalde hostie
volmondig in een
gekortwiekte engel,
met twijfelvingers.
Onbezongen:
De kat blijft poetsen;
mijn schuldbelijdenis
wacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten