Woorden voor vogels
De was droogt.
De was droogt nog steeds.
Steeds droger, de was.
Het woord wast
en wast zich droger,
steeds dichter, het woord.
Trekvogels trekken
de ogen mee
tot achter de nevels
van de heuvels,
tot ver in de wolken,
en dan,
als afgesproken,
alleen gelaten,
zoeken de ogen elkaar,
opnieuw onbekend
maar herstellend.
Sprekende ogen
deelden de vlucht.
Dan herkent de mond
een woord,
knikken de hoofden,
en zwijgen we verder,
alles al gezegd.
De stad
dicht en onverlicht,
deuren openen
naar volgende deuren,
wegen keren om en om.
Zij spant zich en welt,
de stad stinkt, krimpt,
knelt en scheurt open,
de schaal zwelt en barst
langs de ringweg
en de eierschalen
vallen af,
hier waar alleen de adem telt.
Dit is een woord
dat doodslaat
tegen vensters,
schuurt aan muren,
krabt aan tralies,
hecht en onthecht.
Een woord
kan ook gewoon wit zijn
en dat blijven.
In de nachten
keren de vogels terug.
26 mei 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten