Sterrenogen
De man naast mepraat tegen me
als een regenbui.
Ik kijk ondertussen
naar voorbijgangers op straat.
Problemen met de vrouw,
en de kinderen,
en het werk,
en vooral met zichzelf.
Als jij bij me komt zitten
als een neerstrijkende gouden vlinder
en ik je in je hals zoen,
voel ik hoe hij naar je staart,
en we vertrekken gehaast
na de koffie.
Hij kijkt ons na,
uitgelezen krant,
terwijl ik opnieuw het licht zie
in jouw sterrenogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten